Analyse BURAP 2013

Artikel geplaatst op: 22 augustus 2013

Opnieuw een zeer uitgebreid stuk waar menig ambtenaar een zweetdruppel voor heeft moeten laten. Onze complimenten zijn daarvoor op z'n plaats. Het is onze taak om vanuit een bewonersvisie een analyse/zienswijze erop los te laten.


Het eerste deel van deze analyse behandelt de systematiek m.b.t. de presentatie van het cijfermateriaal. Het tweede deel gaat in op specifieke onderdelen van de BURAP

Het is van het grootste belang dat de gemeente informatief en systematisch rapporteert. Dit heeft allereerst betrekking op de inhoud, maar toch ook – en zeker niet onbelangrijk - op de vorm. Het heeft geen zin om een veelheid van cijfers en afwijkingen daarop te produceren als belangrijke tendensen en mutaties daardoor in de brei verloren gaan.

Onze ernstige kritiek in dit opzicht heeft niet alleen betrekking op de Burap 2013, maar op de hele reeks van achtereenvolgende verslagleggingen over de voortgang in de begrotingsrealisatie. Wij bedoelen dus de goedgekeurde begroting van enig jaar (A) , de Burap (B), de Narap (C) en de Jaarstukken (D). Onze ervaringen hebben betrekking op de verslagen over 2012 en 2013.

  1. De originele begrotingsbedragen per programma zoals vermeld in 2013(A) zijn nietszeggende totaalbedragen. Het is volstrekt onzinnig om daarna optredende begrotingswijzigingen gedetailleerd weer te geven, soms zelfs in grootte van enkele duizend(en) euro’s. Vanuit deze optiek zou volstaan kunnen worden met het “Resultaatmodel’ op blz.172 van de begroting.
  2. De enige zinvolle cijfermatige info is het “Resultaatmodel per product” op blz. 201ev. Mogelijk is dit overzicht niet verplicht volgens de Financiële Verordening, maar naar onze mening zou de raad voortdurende verslaglegging conform deze opzet moeten afdwingen. Er zouden ondergrenzen moeten worden overeengekomen voor de productspecificatie, niet op basis van het saldo per product, maar gericht op de omvang van de lasten – of de baten – van een product.
  3. Voor het rapporteren van afzonderlijke begrotingswijzigingen per product kunnen ook ondergrenzen worden vastgesteld. Kleinere kunnen dan in een totaalpost per product worden vermeld.
  4. Een begrotingswijziging per product kan betrekking hebben op “Mutaties voor Bestemming” (MvB) en/of op “Mutaties Reserves” (MR). De wijziging kan zijn een bate (B) en/of een last (L) en binnen deze twee laatste categorieën kan sprake zijn van een voordelige of nadelige invloed op de begroting. Steeds moet duidelijk zijn tot welke onderverdeling(en) een wijziging behoort. In de rapportage 2013(B) - blz.113ev - over de begrotingswijzigingen is volstrekt onduidelijk of een wijziging de MvB of de MR betreft.
  5. Individuele begrotingswijzigingen kunnen programma-overschrijdend zijn. Er moet gezocht worden naar een methode van rapportering om de samenhang in dergelijke posten zichtbaar te maken.
  6. Producten moeten zoveel mogelijk zodanig worden gedefinieerd dat ook de prestatie-rapportering (de speerpunten, de subdoelen) daaraan gekoppeld kunnen worden. In de toekomst kan dan financiële- en prestatierapportering tegelijk behandeld worden.
  7. In 2013(B) verschijnt ineens in elk programma het product “Directe Apparaatslasten”. Het gaat om zeer aanzienlijke bedragen. Op blz.90 zou je een goede toelichting verwachten, die laat zien dat het totaal van alle programma – hopelijk - uitkomt op € 89.907. Overigens wordt deze enorme wijziging in de rapportering volkomen verkeerd gepresenteerd. Per programma zijn de betreffende bedragen al vermeld in de kolom “origineel 2013”; zie (B)105ev. Maar in dat boekwerk komen deze posten niet voor. In (B) zou per programma getoond moeten worden welke producten zijn gewijzigd.
  8. Gelet op het beginsel van een “begroting in evenwicht” dient voor elke wijziging van een last (of van een bate) de tegenpost bekend te zijn. Dit is ook van groot belang voor (controle op) het beleid. Bijvoorbeeld: wordt een voorziene stijging van een bepaalde last gedekt uit een hogere bate elders, uit een reserve of moet er nog een bezuiniging voor worden gevonden. Uit de rapportering moet duidelijk blijken welke individuele posten wel en welke niet gedekt zijn. Het is van groot belang om te weten uit welke begrotingswijzigingen het nadelig saldo van 2013(B) ad € 8.083.000 bestaat.

Het is wellicht niet algemeen bekend dat de regelgeving BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) per 1 juli 2013 is gewijzigd.

Hierna volgen opmerkingen per onderdeel van de BURAP waarbij paginanummers worden genoemd. In het algemeen moeten wij wel stellen dat door de regels te veranderen resp. door een beperkte afbakening van de doelstellingen al snel kan worden gezegd dat de realisatie “op koers” is. Enkele voorbeelden daarvan zijn:  Blz 66, blz 67, blz 79.

Blz. 6 Spooroverbouwing – er wordt nu vanuit gegaan dat de cultuurcluster tot stand komt. Het zal u ongetwijfeld bekend zijn dat vanuit het veld daar veel weerstand tegen bestaat. Dit zou een onderwerp voor de kieswijzer kunnen zijn. De vraag moet worden gesteld of de afspraken met Prorail voldoende ruimte bieden om tot een andere invulling van de spooroverbouwing te komen. Wat met “latere functiewisselingen” wordt bedoeld is ons onduidelijk en vraagt nadere toelichting. Ten aanzien van de deal “Westzaner polder – Stort” vinden wij als burgerorganisatie het daaruit weglaten van de veiligheidsparagraaf onjuist. Juist persoonlijke veiligheid dient bij elk besluit voorop te staan.

Blz. 8 De correctie op rekenrente van bijna anderhalf miljoen hakt erin! In onze analyse van de kadernota 2013 – 2016 die wij op 3 juli 2012 aan u hebben toegezonden schreven wij al:
Verlaging van de rekenrente naar 4% is goed mits dit overeenkomt met de te betalen rente over de korte en lange termijn schulden zoals die momenteel aanwezig zijn.
Het zich rijk rekenen, zoals eerder o.a. gebeurd is met de generieke bezuinigingsopgave eigen organisatie, zal uitgebannen moeten worden.

Opnieuw bent u in de val van de te optimistische begroting getrapt. Zelf schrijft u daarover: Bij de kadernota 2013 is voor de jaarschijf 2013 te optimistisch geraamd (2,5 mln. Voordelig). En op Blz. 12 treffen wij het woord “begrotingsoptimisme” aan. Een begroting dient naar onze mening realisme uit te stralen. Rijk rekenen hoort daar niet bij!

Blz. 10 Uit de tekst die wij onderaan deze pagina aantreffen blijkt dat € 423.000 nog in 2013 nodig is voor afhandeling van het overleg over de oplevering van het stadhuis. Wij dachten juist dat met het getroffen arrangement de uitgaven daarvoor nu beëindigd waren.

Blz. 11 Extra kosten voor inhuur extra personeel (€ 226.000) wegens langdurige ziekte is een aanzienlijk bedrag. Nagegaan moet worden wat hiervan de onderliggende oorzaak is.

Blz. 16 Het stimuleren van het toerisme dient als doel te hebben de inkomsten van de gemeente te verhogen en daarmee de lasten voor de bewoners te verlagen. Wij zien daarvan nog weinig resultaten in de vorm van b.v. toeristenbelasting en huurinkomsten. Zolang hier geen specifieke cijfers over bekend zijn kan niet gesteld worden dat het “op koers” is.

Blz. 18 De sterke toename van uitkeringsgerechtigden met een laag opleidingsniveau is zorgwekkend. Juist deze mensen hebben weinig vlees op de botten waardoor grote offers van de gemeente worden gevraagd. Het beleid om bedrijven aan te trekken, waarvoor hoog gekwalificeerd personeel nodig is, dient met nadruk te worden vervolgd.
Wij vestigen de aandacht op de webshop “Meedoen Zaanstad” welke in de plaats is gekomen van de regeling RSK. Verwacht mag worden dat dit niet een verdekte besparing op het budget inhoudt.

Blz. 19 Het besluit van Baanstede om ALLE SW-medewerkers te begeleiden naar reguliere werkgevers is een utopie. Wij adviseren om met OP-MAAT, de gelijksoortige organisatie in West Friesland, te overleggen. Deze organisatie is goed renderend en kent minder problemen dan Baanstede. Verder zou overwogen kunnen worden om voor het management van Baanstede gepensioneerde managers te zoeken. Hier ligt een zee aan kennis die voor degelijke doelen (en dan niet alleen voor Baanstede) zou kunnen worden ingezet. In dat verband verwijzen wij naar de organisatie PUM die dit voor uitzending naar het buitenland activeert.

Blz. 20 Ten aanzien van “social return” is de vraag of daardoor de kosten van de contracten met leveranciers zijn verhoogd. Een kwantificering zal niet eenvoudig zijn maar het vinden van het rendement van dit project is noodzakelijk. Wij lezen verder op Blz. 145 dat de doelstelling “effectiever en efficienter inkopen” niet volledig haalbaar is. Terwijl we op Blz.153 lezen dat het merendeel (is dus een magere 50%) wordt gerealiseerd.

Blz. 22 Wij hebben vastgesteld dat het voor gescheiden ouders eenvoudig is om onder het betalen van alimentatie uit te komen. Het rijksinstituut LBIO is verantwoordelijk voor de inning in deze gevallen maar heeft onvoldoende machtsmiddelen. Dit heeft als gevolg dat de gemeente voor bijstandsuitkeringen opdraait.

Blz. 27 Het is wellicht een te utopische gedachte om nu reeds het nieuwe Intel hotel en het gemeentehuis een gemeentelijk monument verklaren. Niet alleen om daarmee de kwaliteit ervan in stand te houden maar ook om Nederland te laten weten dat Zaanstad niet alleen de Zaanse Schans als zodanig beoordeelt maar ook aan de nieuwbouw grote historische waarde hecht.

Blz. 33 Opheffen van de barriërewerking van het spoor zal pas geslaagd zijn als zowel in het Zuidelijk deel van de gemeente als in het Noodelijk deel het spoor geen enkel oponthoud voor het wegverkeer meer veroorzaakt. Onze vereniging is met vertegenwoordigers van Prorail in overleg geweest. Daarbij is vastgesteld dat de bestaande tunnel nabij station Koog Zaandijk zonder hoge kosten kan worden geschikt gemaakt voor fietsverkeer. Het project Vaart in de Zaan wordt voor onze gemeente zeer kostbaar. Twee goede bruggen moeten worden gesloopt en vervangen ten laste van Zaanstad.

Blz. 34 Wij wijzen erop dat het snelfietspad vanaf de pont zal worden doorbroken door de aan te leggen auto – aansluiting ter hoogte van Stormhoek ten behoeve van IKEA. Verder zal er door het verwijderen van de bestaande fietstunnel nabij station Zaandam (welke wordt vervangen door het fietspad spooroverbouwing) geen directe fietsaansluitingen meer zijn tussen Westerwatering en het Provinciale weg fietspad.

Blz. 36 Al enige jaren geleden hebben wij bij het onderwerp milieu de opmerking geplaatst dat actief onderzoek naar de mogelijkheid van diepe laag aardwarmte ontbrak. Wij vragen daar nu opnieuw aandacht voor.

Blz. 37 In de aanhef spraken wij over het aanpassen van regels om een project “op koers” te verklaren. Een mooi voorbeeld daarvan is het oprekken van geluidsnormen ten behoeve van de industrie aan de Z-kant van het Noordzeekanaal. Dit strekt u niet tot eer!

Blz. 38 Door een andere energieleverancier te kiezen heeft de gemeente kans gezien het energieverbruik met 6% te verminderen. Dit lijkt ons praktisch onmogelijk. Wij stellen voor dat u het college vraagt hoe dit tot stand in gekomen.

Blz. 39 Het is u bekend dat windturbines binnen het Zaanse woongebied op zeer veel weerstand vanuit de burgerij stuit. Wellicht een onderwerp om in het komende Kieskompas op te nemen.

Blz. 43 Wij menen niet dat met de problemen die door de voorstellen aan erfpachters aan het licht zijn gekomen het onderwerp vastgoed portefeuille “op koers” is. Wij zijn hierover in overleg met de betreffende bewoners.

Blz.45 Hier wordt gesproken over een “fietsopgang” Inverdan – Westerwatering. Ons is niet duidelijk wat hiermee wordt bedoeld.

Blz. 47 en Blz. 56 Wij maken ons grote zorgen over de adekwate organisatie van jeugdzorg. Per 1 januari 2015 gaat de verantwoordelijkheid daarvoor over op de gemeenten. Het is ons bekend dat begin volgende maand het jeugdzorg kantoor in Zaanstad wordt gesloten en verantwoordelijkheid daarvoor over gaat naar het kantoor in Amsterdam. De vraag is of het verantwoord is dat een gemeente met 150.000 inwoners geen eigen jeugdzorg kantoor meer heeft. Zelfs veel kleinere gemeenten zijn wat dit betreft beter voorzien.

Blz. 50 Zolang er nog schoolgebouwen in de nabijheid van hoogspanningsleidingen zijn is huisvesting primair en voortgezet onderwijs niet “op koers”. Ook een onderwerp voor Kieswijzer?

Blz. 62 en 63 De gemeente neemt een groot risico bij de “op koers” stelling dat met het cultuurbedrijf op één plaats de kwaliteit en gevarieerd aanbod in stand wordt gehouden. Wij vrezen dat hier later op terug zal worden gekomen waarbij onjuiste besluiten daarover de huidige bestuurders dan zal worden verweten. Ook dit is een onderwerp voor de Kieswijzer.

Blz. 66 In de aanhef spraken wij over het aanpassen regels waardoor doelstellingen “op koers” zijn. Het inlopen van achterstand openbare ruimte zou met een bedrag van € 50 miljoen vanuit de NUON verkoopopbrengst volgend jaar moeten zijn bereikt. Is het inderdaad “op koers”?

Blz. 67 Het laten wegvallen van leefbaarheids- en functioneringsbudgetten heeft grote gevolgen voor de relatie overheid – burgers en voor de inzet van vrijwilligers. De vereniging Hart voor Stad is momenteel bezig haar positie in dit veld te bepalen en haar organisatie drastisch te versterken en om te vormen. Kieskompas kan daar op langere termijn daarover wellicht duidelijkheid verschaffen ten aanzien van de mening van de verscheidene raadsfracties. Nu is dit onderwerp bepaald niet “op koers”.

Blz. 78 Ten aanzien van het functioneren van de brandweer hebben wij een groot aantal vragen. Daarbij baseren wij ons ook op het beleidsplan veiligheid:

  1. er ontbreekt een voldoende gedetailleerde financiële paragraaf
  2. In het risico diagram ontbreekt de geïmporteerde risico’s (vliegtuigramp, brand in het havengebied). De bijlage 2 van het risicoprofiel op 2 A4tjes van de IJsselstreek maakt met korte woorden veel meer duidelijk (en zal waarschijnlijk belangrijk goedkoper zijn opgesteld).
  3. De opmerking op Blz. 19 “Integrale benadering van veiligheidsvraagstukken staat in Zaanstreek-Waterland nog in de kinderschoenen en er is nog niet duidelijk omschreven wat wij verstaan onder de multidisciplinaire niet-wettelijke adviestaak.” geeft weinig vertrouwen.
  4. Er staat weinig of niets over samenwerking met omliggende regio.In dat verband is de risico analyse van Amsterdam/Amstelland duidelijker
  5. Waarom heeft Zaanstad zich daarbij niet aangesloten? De in de aanhef omschreven gemeentelijke kenmerken zijn tussen Zaanstad en Waterland volledig afwijkend van elkaar. De Zaanse problematiek lijkt veel meer op die van Amsterdam. Bovendien zijn er met Amsterdam veel meer raakpunten dan met b.v. de Beemster.
  6. Door het wegvallen van de wijkorganisaties (wens van de gemeente gebleken uit het stopzetten van subsidies) kan op verantwoordelijke zelfredzame burger minder worden gerekend.
  7. De landelijke visie op zelfredzaamheid gaat uit van een goede samenwerking tussen burgers en hulporganisaties. Daarvoor dienen bestaande burger netwerken te worden gebruikt. Dit is in tegenspraak met punt 6.
  8. Het rapport/plan is zeer “naar binnen gericht”. Aan intensief overleg met industrieën en burgers wordt weinig aandacht besteed. Het is een hoop tekst voor de interne bühne waarvan je je moet afvragen wat het resultaat ervan is. (Overleg met de heren van der Klas, ze dronken een glas, deden een plas en lieten de zaak zoals ze was.)
  9.  
  10. Speerpunt 3 (sic) Blz. 34 “de verantwoordelijke burger” komt er wel heel bekaaid vanaf. Wij denken niet dat deze burger deze verantwoordelijkheid wil en kan dragen!

Blz. 79 Bestuur en organisatie.
Wij weten niet wat wordt bedoeld met “alle prestaties liggen op koers”. Volgens recente onderzoeken is het vertrouwen van de burger juist gedaald. Als dat de bedoeling is ligt dit programma inderdaad op koers. Sic. Dit geldt overigens ook voor “aandacht voor participatie”.

Blz. 92 en 93 De grafiek procentuele schaalverdeling medewerkers is interessant. De vraag is hoe deze verdeling zich verhoudt tot die in andere gemeenten. Gesteld wordt dat er een discrepantie is tussen de werkload grondzaken (bouwleges) en bij de afd. Werk, inkomen en Integratie. Daarbij geeft een grafiek bij WII aan wat de toename daarvan is. Voor grondzaken ontbreekt een grafiek waarmee de afname kan worden verduidelijkt.

Blz. 98 Voor de verbouwing van het RPO wordt € 6,7 miljoen uitgetrokken. De vraag is of dit totale bedrag als investering kan worden geactiveerd. Is een deel daarvan niet eerder kosten die direct ten laste van het resultaat komen?

Blz. 102 Wij hebben overleg gehad met Forbo over een aantal onderwerpen. De mogelijkheid dat over een aantal jaren spoorboekje loos zal worden gereden door de NS maakt een heroverweging van de bereikbaarheid van dit bedrijf op termijn noodzakelijk. Ook kregen wij bij dit gesprek de indruk dat Forbo niet blij is met de wens (Hemmes!) om de geuruitstoot bij bedrijven te beperken.

Blz. 132 e.v. Stand van zaken moties en toezeggingen.
Wij zijn van mening dat de gemeenteraad met meer nadruk tijdige nakoming moet vragen. 2011.092, 2011.097, 2012.045 en 2012.100 zijn hier voorbeelden van.

Blz. 151 en 152 Er wordt nog steeds uitsluitend “geanalyseerd” op welke wijze het aantal leidinggevenden kan worden teruggebracht. Dit onderwerp staat echter al geruime tijd op de agenda. Er kan op meer snelheid worden aangedrongen.

Nu is het de taak van de Gemeenteraad, waarvoor wij deze analyse hebben opgesteld, daarover van gedachten te wisselen en tot conclusies te komen

Met vriendelijke groeten,
Vereniging Hart voor Stad
Hans Zunnebeld penningmeester   Will Evers secretaris