Eerst een stukje scheikunde.
Als iets verbrandt vindt een verbinding plaats tussen een element (voornamelijk koolstof, waterstof en stikstof) met zuurstof. Dit proces heet oxideren. Het zelfde gebeurt bij het omzetten van een metaal in een metaaloxide. Dan heet het roesten.
Een simpel voorbeeld is het verbranden van aardgas dat voornamelijk uit methaan bestaat; chemisch CH4 (1 molecule aardgas bestaat uit 1 atoom koolstof (C) en 4 atomen waterstof (H). Door warmte ontleedt dit en verbindt zich met zuurstof (O2) tot water (H2O) en kooldioxide (CO2). Daarbij komt meer warmte vrij dan er oorspronkelijk aan werd toegevoegd om de verbranding te starten – 1 lucifer of een vonk is voldoende.
Methaan is chemisch de meest simpele koolwaterstof
Methaan maar ook andere brandbare stoffen bevatten ook stikstof (N). Ook stikstof brandt en vormt daarbij stikstofdioxide (NO2). Ook geen fijn spul om de lucht in te blazen. Overigens bevat het Gronings gas veel stikstof, meer dan Russisch gas!
Benzine en olie zijn ook koolwaterstoffen. Bij verbranding ontstaat dus ook water (H2O) en kooldioxide (CO2).
Bij verbranding van hout, bladeren steenkool ed. ontstaat ook water en kooldioxide maar veelal verontreinigd door andere gasvormige afval producten waaronder NO2 en verder asresten deels in de vorm van fijnstof.
Deze kooldioxide en stikstofdioxide komt vrij als gas en zijn daarmee de grote boosdoeners voor ons klimaat.
In feite noemt men alles wat kan branden organisch; het bevat koolstof als belangrijkste element. Dus denk niet alleen aan hout, maar ook tapijt, bankstellen, meubels, noem maar op. En dat verdwijnt allemaal in de verbrandingsoven om er als water, kooldioxide, stikstofdioxide en wat onbrandbare asresten weer uit te komen.
In een verbrandingsoven wordt dus organisch materiaal (alles wat kan branden) omgezet in water en een mengsel van gassen. Dit draagt daardoor wereldwijd aanzienlijk bij aan de opwarming van de aarde door de uitstootdaarvan. De verbranding is veelal niet zelfonderhoudend. Dat wil zeggen het brandbaar materiaal geeft onvoldoende hitte om zonder toevoeging van aardgas de verbranding gaande te houden.
Een eventueel overschot aan warmte kan worden gebruikt voor woningverwarming o.i.d.
MAAAAR deze vorm van verwarming heeft een zeer laag rendement als het wordt vergeleken met andere vormen van verwarming. Dientengevolge is er een relatief hoge uitstoot van CO2 en NO2.
Gemeenten die zeggen dat zij binnen enige tijd zo genaamd klimaat neutraal willen zijn ontkomen er niet aan ook dit aspect van klimaatgassen uitstoot op te lossen. Dit zal moeten gebeuren door een nog fijnmaziger scheiden van materialen en het opnieuw benutten daarvan.
Op enige manier zal een oplossing moeten worden gevonden voor verwerking van de organische resten van onze samenleving. Min of meer zoals dat nu ook gebeurt met onze vloeibare afvalstoffen in waterzuiveringsinstallaties.
Verbranden is daarbij uit den boze.