Nederland heeft sinds 11 maart 2005 23 borden die de Echte Kustlijn van Nederland aangeven. De echte Nederlandse Kustlijn ligt precies op Nieuw Amsterdams Peil. Vrijwel alles ten westen daarvan ligt onder zeeniveau en zou zonder dijken of duinen onder water staan.
De Echte Kustlijn loopt globaal genomen van Groningen naar Goes. Daar waar rijkssnelwegen deze NAP-nullijn kruisen zijn nu speciale markeringen aangebracht in de vorm van informatiepanelen.
Het project is een initiatief van het NBTC, de Ministeries van Verkeer en Waterstaat en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en van de ANWB. De markering van de 0 meter NAP lijn is één van de diverse ideeen om de ligging van ons land ten opzichte van het zeeniveau zichtbaar te maken in het landschap. Verkeer en Waterstaat ondersteunt het project in het kader van de campagne Nederland leeft met water.
Bron oorspronkelijk artikel: KNMI
Bovenstaand figuur laat ongeveer zien waar de lijn van markeringspunten zou moeten liggen. Het blauwe gebied is het deel van Nederland dat onder NAP ligt. Dat betekent niet dat het groene deel vrij zou zijn van overstromingsrisico, als wij geen dijken zouden hebben. Nederland beneden NAP. Kaart: Nederland boven en onder huidige NAP-niveau. Bron: AH
Overstromingen kunnen ver boven NAP voorkomen. Onder andere door de invloed van getij. Het gemiddelde hoogwaterniveau ligt al zo’n 0,5 tot 2,5 meter hoger dan het NAP. Tijdens springtij is de hoogwaterstand nog hoger. Het getij zorgt ook voor opstuwing in de rivieren. Bij hoogwater wordt de verhanglijn van de onderstroom van de Nederlandse rivieren sterk “omhooggebogen”. Het rivierwater kan niet gemakkelijk in de zee wegstromen, waardoor de rivier buiten de oevers kan treden, zeker als er sprake is van een grote afvoer, zoals meestal in de winter of na een periode van langdurige regenval in het stroomgebied.
Tijdens stormomstandigheden (zuigende werking lage druk en waterbeweging naar de kust toe) kan de zeespiegel nog verder stijgen. Tijdens de watersnoodramp van 1953, stond de zeespiegel bij Vlissingen 455 cm boven normaal. Daarvan was 105 cm veroorzaakt door het astronomisch getij waar een stijging van 305 cm bij opgeteld kon worden, die was veroorzaakt door de stormomstandigheden. (bron: KNMI) Wanneer springtij samenvalt met een zeespiegelstijging ten gevolge van stormomstandigheden, spreekt men van stormvloed.
In het figuur is het gebied aangegeven dat bij de huidige zeespiegelstand, zonder dijken, regelmatig zou overstromen. Overstroomd Nederland. Kaart: Tweederde van Nederland zou zonder dijken bij de huidige zeespiegelstand regelmatig overstromen. Bron: KNMI
Om een voorstelling te krijgen van het overstromingsrisico onder invloed van zeespiegelstijging, moet de bovenstaande kaart gecorrigeerd worden voor een hogere zeespiegelstand. In onderstaande kaart is de situatie weergegeven voor het gebied onder en boven de zeespiegel bij een zeespiegelstijging van 5 meter (het scenario bij een afsmelting van 70% van Groenland, Gregory et al., 2004) en bij een zeespiegelstijging van 60 meter, wat veroorzaakt kan worden door de volledige smelt van de west-Antarctische ijskap. De volledige smelt van deze ijskappen zal in de nabije toekomst nog niet plaatsvinden.