Woensdag 25 juli heeft de Raad van State (RvS) uitspraak gedaan in 2 juridische procedures over vuilstortplaats Nauerna. De eerste uitspraak is dat het vrijstellingsbesluit voor uitbreiding van de stortplaats geen stand kan houden.
De andere uitspraak heeft betrekking op de toelaatbaarheid van het huidige gebruik van de stortplaats; het be- en verwerken van afval is toegestaan, maar het bestemmingsplan stelt grenzen aan het be- en verwerken van afval van buiten de regio.
De gemeente heeft op 7 februari 2012 een vrijstelling te verleend van het huidige bestemmingsplan; de RvS oordeelt dat dit besluit geen stand kan houden. Het besluit van de gemeente was een zogeheten herstelbesluit, waarin een eerder genomen besluit om vrijstelling te verlenen gerepareerd zou worden. De gemeente had dit gedaan om te zorgen dat de RvS een inhoudelijk oordeel zou geven. Doordat de RvS heeft geoordeeld dat ook het herstelbesluit geen stand kan houden, is er vooralsnog geen planologische toestemming voor het ophogen van de vuilstortplaats.
De tweede uitspraak die de RvS heeft gedaan gaat over de vraag of er bij de vuilstortplaats naast het storten van afval ook afval mag worden be- en verwerkt. Door te bewerken kunnen geschikte materialen worden hergebruikt. De RvS oordeelt nu dat er inderdaad bij de vuilstortplaats afvalstoffen mogen worden be- en verwerkt. Daarentegen heeft de RvS geoordeeld dat het storten van afvalstoffen van buiten de regio wel in strijd is met het bestemmingsplan. De gemeente had de afwijzing van het verzoek om handhaving daarom beter moeten motiveren.
De gemeente zal nu, met in achtneming van de uitspraak van de RvS, opnieuw moeten besluiten of de gemeente al dan niet gaat handhaven. Daartoe zullen eerst de uitspraken worden bestudeerd en dienen opnieuw alle feiten en belangen te worden beoordeeld.
De gemeente was al voor de uitspraak van de RvS in gesprek gegaan met alle betrokkenen om op een andere manier dan de juridische tot een oplossing te komen. De gemeente zal vervolgstappen dan ook eerst met de betrokkenen bespreken.
(Persbericht gemeente Zaanstad)